De speldoos bevat een boekje met de spelregels in het
Duits, Engels, Frans en Nederlands.
I. De opdracht
We bevinden ons in de jaren 50.
Elke speler is een reisagent en heeft de opdracht om met 4 groepen passagiers een vliegreis te ondernemen. Wie als eerste alle reizigers op de bestemming heeft, wint het spel.
II. Spelmateriaal en voorbereiding
Spelbord met
Kaarthouders. Iedere speler neemt:
Kaartjes met stadsnamen
Maak van deze 3 soorten kaarten telkens een blinde trekstapel, met de stadsnaam naar onder gekeerd .
Iedere speler trekt 4 instapkaarten en 4 bestemmingskaarten, en plaatst die in de gekregen volgorde in zijn kaarthouder zoals op de illustratie aangegeven. Op die manier heeft elke speler voor elke groep een vliegreis te ondernemen.
Verdeel de blauwe douanekaarten blind en als volgt onder de spelers:
Per douanekaarthouder is enkel de stadsnaam van het eerste kaartje zichtbaar en dit alleen voor de speler zelf. De volgorde van de kaartjes mag niet veranderd worden.
Miniatuurvliegtuigje
Dit vliegtuigje plaats je op het spelbord op de stadsnaam die vermeld staat op het bovenste resterende douanekaartje. Leg dit kaartje, samen met de andere resterende douanekaartjes terug in de doos. Je hebt ze tijdens dit spel niet meer nodig.
2 Dobbelstenen, 2 checklistkaartjes, 6 gekleurde jetons. (Zie opmerking 2)
III. De eerste reizigers stappen op het vliegtuig.
Alle passagiers reizen dus mee met hetzelfde vliegtuig. Er zijn maar 10 zitplaatsen.
Indien je met 2 of 3 spelers speelt, zijn er bovendien 2 zitplaatsen bezet door vreemde reizigers. Plaats in dit geval het kaartje van 2 passagiers van een niet-gebruikte kleur in het vliegtuig. Deze passagiers blijven gedurende de volledige spelduur in het vliegtuig zitten. Met 4 of meer spelers zijn er geen zitplaatsen permanent bezet.
Bepaal vrij wie mag beginnen. Daarna volg je de richting van de wijzers van de klok.
IV. Verloop van een spelbeurt van één speler:
1. Tanken , vliegen en landen (Niet verplicht)
Noteer dit:
2. Vraag hardop of er reizigers moeten uitstappen en/of instappen.
Eerst stappen de groepen reizigers die al in het vliegtuig zitten en die deze stad op hun rood bestemmingskaartje hebben uit. (Van alle spelers !)
Vervolgens laat elke speler (startend bij de startspeler en in de richting van de wijzers van de klok) alle passagiers, die in deze stad moeten vertrekken, instappen
3. Douanekaarten “customs cards”
Een douanekaart die bij een speler vooraan in een stapel zit, mag gebruikt worden als het vliegtuig op de vermelde plaats geland is. (Niet verplicht).
Deze speler mag daarmee één groep reizigers van één tegenspeler uit het vliegtuig of uit het douanekantoor aanduiden en hun paspoort weigeren.
De getroffen speler
De gebruikte douanekaart wordt op de aflegstapel gelegd en kan tijdens dit spel niet meer gebruikt worden.
Let op: als een speler (te vroeg) met een douanekaart een groep reizigers aanduidt, vóór alle reizigers uit- en ingestapt zijn, mogen die andere reizigers daarna toch nog uit- en instappen.
4. Last minute instappen.
(de speler aan de beurt mag nog steeds eerst)
Is er door het gebruik van de douanekaart
opnieuw genoeg plaats in het vliegtuig,
dan mag je nu nog instappen als :
Nu mogen alle passagiers die zich nog in het douanekantoor bevinden hieruit weggenomen worden. Je mag ze wegleggen. Hoera, de reis is voltooid.
Hierna mag de volgende speler tanken..
Opmerking 1 : Speel je met 5 of 6 spelers en wil je de speelduur beperken tot de normale periode (30 à 45’), spreek dan af om de reis met 4 personen niet te maken.
Opmerking 2: In de speldoos vind je nog een jeton in elke kleur. Je kan deze als joker gebruiken om éénmalig 10°°°liter extra brandstof te tanken, maar enkel niet in je laatste ronde.
This website is translated with the support of
Jorta BVBA, Ellermanstraat 10,2060 Antwerpen - Grafisch design en website: artattack.be