NL

FR

EN

DE

ES

IT

PT

REISVERSIE

 

I. De opdracht

 

Elke speler is reisagent en heeft de opdracht om met 3 groepen passagiers een vliegreis te ondernemen.

Wie als eerste alle reizigers op de bestemming heeft, wint het spel.

 

II. Spelmateriaal en voorbereiding

 

Spelbord met

  • brandstofmeter (A): draai het pijltje alvast op nul
  • 6 vrije zitplaatsen in het vliegtuig (B)
  • douanekantoor (customs office - C)
  • een aantal vliegverbindingen, met vermelding van het brandstofverbruik per traject (D).

Kaarthouders. Iedere speler neemt een kaarthouder en 3 groepen passagiers (1, 2 en 3 personen) van dezelfde kleur. Leg de passagierskaartjes telkens op de juiste plaats voor (niet in) de kaarthouder.

 

Kaartjes met stadsnamen

  • 22 groene instapkaarten (departure / 2 van elke stad)
  • 22 rode bestemmingskaarten (destination / 2 van elke stad)
  • 11 blauwe douanekaarten (customs / 1 van elke stad).

Maak van deze 3 soorten kaarten telkens een blinde trekstapel, met de stadsnaam naar onder gekeerd.

 

Iedere speler trekt 3 instapkaarten en 3 bestemmingskaarten, en plaatst die in de gekregen volgorde in zijn kaarthouder zoals op de illustratie aangegeven. Op die manier heeft elke speler voor elke groep een vliegreis te ondernemen.

 

  • Op de kaarthouder zelf kun je zien welke reis voor welke groep is.
  • Indien de instapkaart en de bestemmingskaart van een groep passagiers dezelfde stad vermelden, vervang je beide kaartjes door andere.

Verdeel de blauwe douanekaarten blind en als volgt onder de spelers:

  • 2 spelers: 5 douanekaarten per speler.
  • 3 spelers: 3 douanekaarten per speler.
  •  

Plaats alle gekregen douanekaarten achter elkaar in je houder. Enkel de stadsnaam van het eerste kaartje is zichtbaar. De volgorde van de kaartjes mag niet veranderd worden.

 

Miniatuurvliegtuigje

Plaats het vliegtuigje je op het spelbord op de stadsnaam die vermeld staat op het bovenste resterende douanekaartje. Leg dit kaartje, samen met de andere resterende douanekaartjes weg. Je hebt ze tijdens dit spel niet meer nodig.

 

 

2 dobbelschijfjes

 

 

III.  De eerste reizigers stappen op het vliegtuig.

 

Als een speler een groene instapkaart heeft, met de stad waar het vliegtuig zich nu bevindt, mag hij de bijhorende groep passagiers op de vrije zitplaatsen van het vliegtuig plaatsen. Haal de betreffende instapkaart uit de houder en leg ze open op een aflegstapel. Alle passagiers reizen dus mee met hetzelfde vliegtuig. Er zijn maar 6 zitplaatsen. Bepaal vrij wie mag beginnen. Daarna volg je de richting van de wijzers van de klok.

 

 

IV.  Verloop van een spelbeurt van één speler:

 

1. Tanken , vliegen en landen (Niet verplicht)

 

  • Gooi de dobbelsteenschijfjes samen op vanuit de open hand zodat ze op het spelbord vallen.
  • Het aantal ogen is de getankte hoeveelheid brandstof. (Je mag ook een gewone dobbelsteen gebruiken als je dat liever doet.)
  • Voeg de getankte brandstofhoeveelheid toe aan de brandstofmeter.
  • Als je een 4 gooit mag je nogmaals bijtanken. Let op: de tank van het vliegtuig kan maximum 12°°° liter bevatten.
  • Heb je voldoende brandstof, vlieg dan naar de stad van je keuze en land daar.
  • Je mag steden voorbijvliegen. Het brandstofverbruik wordt dan opgeteld.
  • Een tussenlanding maken mag niet.
  • Het brandstofverbruik wordt aangeduid op de brandstofmeter.
  • De niet-gebruikte brandstof blijft in de tank en is later beschikbaar voor de volgende speler.

 

Noteer dit:

  • Je hoeft niet noodzakelijk iets te doen in de stad waarheen je vliegt. (zie verder)
  • Je mag een omweg maken of zelfs heen en weer vliegen op een traject, om de overtollige brandstof op te gebruiken.
  • Het is mogelijk dat je te weinig brandstof hebt en helemaal niet kunt vliegen.

 

2. Vraag hardop of  er reizigers moeten  uitstappen en/of  instappen.

 

Eerst stappen de groepen reizigers die al in het vliegtuig zitten en die deze stad op hun rood bestemmingskaartje hebben uit. (Van alle spelers!).

 

  • De reizigers begeven zich naar de customs office op het spelbord.
  • Leg de rode bestemmingskaart op de aflegstapel.

 

Vervolgens laat elke speler (startend bij de startspeler en in de richting van de wijzers van de klok) alle passagiers, die in deze stad moeten vertrekken, instappen.

  • Leg de groene instapkaart op de aflegstapel. Plaats de passagiers op de vrije zitplaatsen op het spelbord.
  • Laat reizigers in het vliegtuig eventueel iets opschuiven om plaats te maken voor wie instapt.
  • Als er onvoldoende plaats is, kunnen je passagiers uiteraard niet meer instappen.

 

 

 3. Douanekaarten “customs cards” en last minute instappen.

 

Een douanekaart die bij een speler vooraan in een stapel zit, mag gebruikt worden als het vliegtuig op de vermelde plaats geland is. (Niet verplicht).


Deze speler mag daarmee één groep reizigers van één tegenspeler uit het vliegtuig of uit het douanekantoor aanduiden en hun paspoort weigeren.

De getroffen speler

  • neemt zijn geviseerde groep passagiers terug bij zich.
  • legt de oude bestemmingskaart weg (als de passagiers nog op het vliegtuig zelf zaten).
  • neemt een nieuwe instapkaart en bestemmingskaart voor een volledig nieuwe reis voor deze groep.

 

De gebruikte douanekaart wordt op de aflegstapel gelegd en kan tijdens dit spel niet meer gebruikt worden.

Is er door het gebruik van de douanekaart opnieuw genoeg plaats in het vliegtuig, dan mag je nu nog instappen als je vooraf niet kon instappen door plaatsgebrek of als je als slachtoffer van de douane toevallig een nieuwe instapkaart kreeg van deze stad.

 

Nu mogen alle passagiers die zich nog in het douanekantoor bevinden hieruit weggenomen worden. Je mag ze wegleggen. Hoera, de reis is voltooid.

 

Hierna mag de volgende speler tanken.

This website is translated with the support of

Jorta BVBA, Ellermanstraat 10,2060 Antwerpen - Grafisch design en website: artattack.be